|
|
Twee dirigenten voor één koor, is dat niet zoiets als twee
kapiteins op één schip? Bij het Laurens Kamerkoor uit
Zwijndrecht kan het. Al zeven jaar staan Henny de Snoo en
Gabor van Os om beurten voor het koor. Ideaal, volgens
beiden, want één plus één is drie…
Soms wordt Henny wel eens moe als ze van collega-dirigenten
wéér de vraag krijgt hoe je in vredesnaam samen een koor
kunt leiden. ‘Iedereen vindt het vreemd. Krijg je dan geen
ruzie? Dat gaat toch niet? Maar ik wil niet anders meer.’ De
samenwerking tussen Henny de Snoo en Gabor van Os verloopt
soepel omdat ze veel van elkaar verschillen en elkaar
tegelijk aan-vullen. Gabor: ‘Natuurlijk is dat niet van de
ene op de andere dag ontstaan.
Ik heb Henny leren kennen bij
een ander koor. Zowel menselijk als muzikaal klikte het
direct. Omdat ik niet lang daarna ook een relatie kreeg met
Henny’s zus werd die band alleen maar sterker. In 2002
hebben we met familie en vrienden het Laurens Kamerkoor
opgericht. We zijn daar als vanzelfspre-kend samen voor gaan
staan, zonder ons daar veel vragen over te stellen.
Sindsdien zijn we in muzikaal opzicht een organisch geheel
geworden.’
Geen grote ego’s
Gabor: ‘Ik ben vooral sterk in het interpreteren van muziek.
Ik weet precies wat ik horen wil van het koor en hoe dat te
bereiken is. Dan moeten de stemmen wel in orde zijn. Dat is
vooral Henny’s toko. Regelmatig overleggen we met elkaar. Of
er competitie tussen ons bestaat? Zo voel ik dat niet. We
zijn geen grote ego’s die constant het eigen gelijk najagen.
Het belang van het koor staat bij ons voorop. Henny bereikt
met haar flair en aanstekelijke enthousiasme soms meer dan
ik. Dat houdt mij scherp, maar het ontaardt nooit in
jaloezie. Dat klinkt wat klef, haha, maar we gunnen elkaar
het beste!’ Henny vult aan: ‘Het koor heeft een keer
begeleiding gehad van het pro-fessionele orkest RBO Sinfonia.
Gabor had het orkest erg goed onder con-trole. Ik zong in
het koor en zag dat. Zo mooi! Dan denk ik echt niet: Hè, had
ik dat maar voor elkaar gekregen.’
Eigen smaak
Ruzie hebben de twee dirigenten nooit, verschil van mening
vaak genoeg. Henny: ‘Dat is eerder interessant dan lastig.
Meestal gaat het over de inter-pretatie van de muziek. We
lossen dat op door het koor te vragen beide versies na
elkaar te zingen. We kiezen dan wat het mooiste klinkt.’
Gabor: ‘We komen er altijd uit. En we hoeven elkaar nooit af
te katten. Natuurlijk zijn we twee individuen met een eigen
smaak. Ik neig wat meer naar Duitse romantiek, Mendelssohn,
Brahms. Henny houdt meer van pittige ritmische muziek,
Rutter bijvoorbeeld. Maar als de een iets op het repertoire
wil zetten waar de ander niet zo van houdt gaan we elkaar
niet hinderen.’ Henny: ‘Waarom zou ik? Ik gun Gabor z’n
pleziertjes. Bovendien, als hij het mooi vindt zal minstens
de helft van het koor dat ook wel vinden. De directie van
een stuk gebeurt meestal door degene die het ingebracht
heeft.’
Elkaars capaciteiten gebruiken
Het logische gevolg van de samenwerking tussen Gabor en
Henny is dat het repertoire van het Laurens Kamerkoor
opvallend divers en uitgebreid is. Henny: ‘We doen stukken
die ik als dirigent alleen nooit zou kiezen. Het aar-dige is
dat ik ze toch leer waarderen. Dat is de meerwaarde van onze
samenwerking. De optelsom van één en één is bij ons drie.’
Gabor: ‘In de loop der jaren zijn we ervan overtuigd geraakt
dat wij samen meer bereiken met dit koor dan als er één
dirigent voor zou staan. We maken gebruik van elkaars
capaciteiten.’ Hij heeft geleerd van deze ervaringen. Gabor:
‘Ik heb geen zin meer om nog alleen voor een ander koor te
leiden. Ik word regel-matig gevraagd, maar voorlopig kies ik
hiervoor. Dit is véél prettiger. Dat kan ik ook makkelijk
zeggen omdat ik financieel niet van de muziek afhankelijk
ben. Henny evenmin. Ik heb er een drukke baan naast als
manager van een kinderdagverblijf.’
Dicht bij de groep
Gabor en Henny delen het honorarium van één dirigent. Gabor:
‘Dat geld is leuk meegenomen, maar we doen het in de eerste
plaats uit liefhebberij. Het lijkt me vervelend om met
muziek mijn brood te moeten verdienen. Ik ben bang dat mijn
drive dan wegvalt.’ Liever leiden Henny en Gabor nog heel
lang samen het Laurens Kamerkoor. Niet in dienst van het
koor, zoals de meeste dirigenten, maar als (niet-betalende)
leden van de vereniging. Dus praten ze ook mee in de
ledenvergaderingen. Henny: ‘Het koor vindt dat uitstekend.
Wij willen heel graag dicht bij de groep horen. Zo zitten
wij in elkaar. Dan kunnen wij veel beter werken!’
Uit Zing Magazine nr. 29
|
|